De halsaderen maken deel uit van het circulatoire drainagesysteem voor het hoofd en voeren bloed naar de longen voor nieuwe zuurstof. De interne halsader voert de meeste hersenaders en buitenste delen van het gezicht af, terwijl de externe halsader de meeste buitenste structuren van het hoofd afvoert, inclusief de hoofdhuid en diepe delen van het gezicht.
Het begin van de uitwendige halsader vormt waar de retro-mandibulaire en posterieure auriculaire aders van het hoofd samenkomen, in de parotisklier aan weerszijden van de onderkaak (onderkaak). Het volgt de achterrand van de kauwspier van de kaak en kruist de sternomastoïde spieren, die aan weerszijden van de nek naar beneden lopen. De externe halsader verbindt aan de basis van de keel met de interne halsader, waardoor het bloed verder naar het hart gaat.
Een derde, kleinere halsader, bekend als de voorste halsader, komt van voren om de externe halsader te verbinden voordat deze wordt aangesloten op de interne halsader. De uitwendige halsader kan soms zo groot zijn als twee keer zo groot als andere aderen in de nek.