De borst van een man is - net als de rest van zijn lichaam - bedekt met huid die uit twee lagen bestaat.
- De opperhuid is de buitenste laag die zorgt voor een beschermende, waterdichte afdichting over het lichaam.
- De dermis is de onderlaag die zweetklieren, haarzakjes, bloedvaten en meer bevat.
In tegenstelling tot de borst van een vrouw, ontwikkelt een mannelijke borstkas meestal een soort van dikke haargroei in de late puberteit die meestal pas in de vroege jaren 30 bereikt wordt. Net als de borsten van een vrouw, is het borsthaar van mannen een secundair geslachtskenmerk, of een kenmerk dat de verschillen tussen de twee geslachten onderscheidt. Borsthaargroei is afhankelijk van genetica, leeftijd, etniciteit en hormonale status.
Net als zijn vrouwelijke tegenhanger heeft de mannelijke borst een tepel en een tepelhof (de donkerder gepigmenteerde cirkel rond de tepel), maar mannen missen de borstklieren en kanalen die nodig zijn om melk te produceren. Een typisch mannetje heeft geen uitgebreide vetophopingen op zijn borst; bij een vrouw beschermen deze de melkklieren. In plaats daarvan wordt de vorm van de borst van een man bepaald door de grootte van de spieren eronder.
Hoewel atypisch, kunnen mannen af en toe grote borstklieren ontwikkelen die resulteren in vergroting van de borsten. Deze aandoening staat bekend als gynaecomastie. Het komt vaker voor bij adolescente jongens, maar verdwijnt meestal na de puberteit. De oorzaak van gynaecomastie is bij sommige mensen onbekend, maar kan worden veroorzaakt door misbruik van steroïden, geneesmiddelinteractie, obesitas en hormonale onbalans. De behandeling van gynaecomastie hangt af van de onderliggende oorzaak.
Onder de huid hebben alle mensen een ribbenkast, die de onderliggende organen beschermt, waaronder het hart, de longen, de lever en meer.