De auricularis posterior is een gezichtsspier die het buitenste deel van het oor op zijn plaats houdt. Het vindt zijn oorsprong in het mastoïdproces, een deel van de schedel net achter het oor, en ontvangt zijn zenuwtoevoer vanuit de aangezichtszenuw. De auricularis posterior wordt ingebracht in het achterste gedeelte van de oorschelp.
Tijdens gezichtsverlamming kan de auricularis posterior microscopisch kleine veranderingen ondergaan, waaronder veranderingen in de vezelgrootte, afwijkingen in de vezeldistributie en cellulaire reacties. Deze veranderingen zijn meestal te wijten aan de onmiddellijke effecten van de verlamming, en niet zozeer aan de achteruitgang van de spieren als gevolg van het verlies van zenuwtoevoer.
De auricularis posterior kan nuttig zijn voor het evalueren van de gehoorgevoeligheid. Bij het testen kunnen de reacties van deze spier gehoorcapaciteiten onthullen op een manier die vergelijkbaar is met auditieve knipperreflexen, die iemands impuls zijn om te knipperen als reactie op een sterk, plotseling geluid. Onderzoek heeft aangetoond dat auricularis posterieure spierresponsen een nuttige aanvulling waren op reguliere methoden voor het beoordelen van het gehoor. Meer dan de helft van de proefpersonen in één onderzoek had een spierreactie op normale frequenties, zelfs onder onvolmaakte testomstandigheden.