Vijf (of in sommige gevallen zes) wervels vormen de lumbale wervelkolom, die een groot deel van het bovenlichaam ondersteunt en vrij flexibel is. Lendenwervels zijn groter dan de thoracale of halswervels, omdat ze het gewicht van de wervelkolom en het hoofd moeten dragen.
De vierde lumbale wervelkolomwervel (L4) bevindt zich aan de onderkant van het lendengedeelte, nabij de sacrale wervels onderaan de wervelkolom. Net als de andere lumbale wervelkolombotten, biedt L4 voornamelijk bescherming aan het ruggenmerg. Het heeft ook een aantal processen en groeven waar spieren zich hechten. Dit omvat de processus spinosus, transversaal en de inferieure en superieure gewrichtsprocessen. Net als de rest van de wervelkolomwervels, articuleert of verbindt L4 zich met andere wervelkolomwervels via cirkelvormig kraakbeen, de zogenaamde annulus fibrosus-schijven.